De gemiddelde leeftijd van online gamers is ca. 35 jaar. Nee, niet 12 of 16 jaar, maar 35. Als u om u heen kijkt en de mensen bekijkt die deze leeftijd ongeveer hebben, dan zou u het waarschijnlijk niet zeggen. In de fysieke wereld verandert er op het eerste gezicht niet veel, maar virtueel ontstaan geheel nieuwe levensstijlen (niet alleen via games overigens). Waar we fysiek al redelijk ver zijn, begint het in Virtualia pas.
De online wereld, waarin honderden miljoenen mensen games spelen groeit er snel. Game-ware ontwikkelt zich op een manier waarmee ze de mens steeds meer aanspreekt op intelligentie, skills, creativiteit, uitdaging en interactie. Waar de tv ooit alleen ontspanning en tijdverdrijf bood, is gaming uitgegroeid tot een generatie beeldscherminteracties die een serieuze plek hebben in de leefwereld van mensen.
Dit gaat van ontspanning tot aan een gevoel van daadwerkelijke zingeving. Games worden een deel van de werkelijkheid in plaats van eruit te ontsnappen (de theorie van het escapisme). Wat een gamer hierover ooit vertelde is illustratief: ‘In een game wil ik zo snel mogelijk de missies voltooien en naar het volgende level. Dat geeft me een goed gevoel. Als een game onduidelijk is, stop ik ermee. Ik vind een game niet meer leuk als ik weet hoe alles werkt en ik alle levels heb gedaan. Maar bij online spelen geeft dat niet, dan is het spel toch wel weer leuk, omdat je dat met anderen doet.
Wat ook leuk is, is dat ik op die manier via de computer veel anderen leer kennen, uit de hele wereld. Ook vind ik het leuk om co-op games te spelen, dan heb je met z’n tweeën online een missie. Ik heb ook wel via YouTube en Facebook contact met anderen die ik ken via een game. Zelf mijn eigen omgeving bouwen, zoals in Minecraft, is echt cool, vooral als je een server maakt en anderen in jouw stad komen. Maar het mooiste zijn wel alle mods, waarmee je alles kunt aanpassen zoals jij dat wilt. Zelf heb ik al mods gemaakt, die anderen gebruiken. Daar maak ik ook filmpjes van en die zet ik op mijn eigen kanaal op YouTube. Als ik achter mijn beeldschermen zit te gamen, zit ik er vaak als een zombie achter. Dan vergeet ik de tijd en alle andere dingen die ik moet doen, en lijkt het wel of ik in een andere wereld ben.
Als iemand roept dat we gaan eten, duurt het wel even voor ik naar beneden ga. Velen begrijpen niet dat ik niet zomaar weg kan gaan.’ Het citaat bevat de verschillende grondbeginselen van gameplay. Om te beginnen biedt een game een doel. De gamer geeft aan dat de game een missie heeft, hij wil de opzet en de bedoeling snappen en het nut ervan inzien. Maar misschien nog wel belangrijker: er moeten overzichtelijke en haalbare subdoelen zijn. Het halen van die doelen geeft een ‘goed gevoel’. Een tweede element wordt gevormd door duidelijke kaders.
Volgens de gamer bevat een game duidelijke kaders in de vorm van regels. Deze regels, hoewel ze soms al spelend ontdekt moeten worden, beperken de vrijheid en geven de kaders aan, waarbinnen de gamer zich kan bewegen. Hij wordt zo uitgedaagd om strategieën in te zetten en creatief te zijn, zodat het (sub)doel kan worden bereikt. Het derde element is terugkoppeling. Een game maakt de gamer voortdurend duidelijk hoe hij het doet, door bijvoorbeeld punten toe te kennen of geluiden te produceren, of aan te geven hoe dicht hij bij het (sub)doel is.
Dit geeft hem de motivatie om door te spelen, maar ook om bijvoorbeeld strategieën te wijzigen. Een vierde beginsel is de connectie met anderen. Een natuurlijke community, waarin samen met anderen wordt gespeeld en kennis wordt uitgewisseld.